Fairpup

Bij de fokker is maar één nestje aanwezig, of hooguit twee

Het kost tijd om een nest pups een goede start te geven. Een fokker die veel nesten heeft, heeft niet genoeg tijd om alle pups te laten wennen aan wat ze gewoon moeten gaan vinden.

Als er meer dan één of twee nesten bij de fokker zijn, kan deze nooit genoeg zorg besteden aan de pups. Terwijl juist de start voor de pup (en dus voor jou) zijn leven bepaalt. Een goede fokker zorgt namelijk niet alleen voor een fijne, vertrouwde omgeving voor de pup om op te groeien. Hij zorgt er ook voor dat de pups op een goede manier de wereld leren kennen. Er is plezierig contact met allerlei mensen en met andere dieren. Er wordt, samen met de moederhond, een ritje gemaakt in de auto. De pup hoort geluiden van pannen, van een stofzuiger, van de deurbel. Door aan dit alles te wennen, wordt de pup later een vrolijke, sociale hond. Al dat kennismaken begeleiden kost tijd, veel tijd. Die tijd is er niet als een fokker meerdere nesten heeft.

Anne en Jim over Cocker Puck
Puck hebben we opgehaald in Noord-Brabant. We zagen een advertentie op een internetverkoopsite. Met een foto van zwart-witte herdershondjes. Ze zagen er zo lief uit. We zijn meteen in de auto gestapt. Het adres waar we moesten zijn had een keurige ontvangstruimte. We kregen koffie en er werd gevraagd naar wat voor ’n soort hond we op zoek waren. We vertelden dat we op internet de zwart-witte hondjes hadden gezien. We wilden graag een reutje, omdat Jim vroeger thuis altijd mannetjeshonden had gehad. De fokker gaf aan dat van deze zwart-witte hondjes geen reutjes meer waren. Maar hij had nog wel twee andere nestjes met zwart-witte pups. Met een collega haalde hij vier hondjes op. Uit de vier hondjes kozen we Puck. Hij was zwart met een klein beetje wit. ‘Schimmelkleur’ heet dat. Heel anders dan de hondjes die we op de site hadden gezien. Maar Puck werd in Anne ’s armen gelegd en daar lag hij zo stil tegen haar aan, dat ze hem niet meer los kon laten.

Puck moest de eerste weken heel erg wennen. Hij heeft drie nachten lang gehuild in zijn mandje. Ook was hij erg bang. Voor alles eigenlijk. Als er een pan viel in de keuken, zat hij te bibberen achter de bank. En als de buurkinderen langskwamen, dook hij in de keuken weg. Op straat viel hij uit naar andere honden. We hebben er toen een hondengedragsdeskundige bij gehaald. Die legde uit dat Puck, die met twaalf weken bij ons kwam, als pup te weinig heeft meegemaakt. Dat kun je nooit meer goed krijgen. Puck is nu twee en we willen hem niet meer kwijt, maar we hebben er veel verdriet van dat hij zo bang is. Met honden op straat gaat het beter. Er zijn alleen veel dingen die we niet met hem kunnen doen. Zo kan hij niet mee naar onze familie met kleine kinderen. Hij plast daar dan in huis van angst. Dat is toch wel heel jammer. En voor hem is het niet leuk zo in angst te moeten leven.

Terug naar overzicht